zondag 2 maart 2014

Eden naar Narooma


Eden naar Narooma

24 februari tot en met 1 maart 2014

We blijven zes dagen in Eden. Twee mooie zomerdagen en vier grijze, winderige en natte herfstdagen. We bezoeken op de laatste zonnige dag in Eden het Ben Boyd National Park en de regendagen zijn goed voor het Killer Whale Museum en Fishermans Club.

Benjamin Boyd (1801-1851) -waarnaar het Ben Boyd National Park is vernoemd- komt in 1842 naar Twofold Bay, de paradijselijke baai waaraan de plaats Eden is gelegen. Boyd is een ambitieuze man met veel charisma, die grote dingen tot stand wil brengen. De bronnen zwijgen over de manier, waarop Boyd aan zijn geld is gekomen, maar het is duidelijk dat hij over ruime middelen beschikt. Hij sticht een aantal veeteelt- en landbouwbedrijven. Al snel is hij een van de grootste ‘squatters’ van de buurt, en over die prestatie wordt nog steeds met respect gesproken. Een ‘ squatter’ is wat wij een ‘kraker’ noemen, iemand die zonder juridische titel (koop, huur, pacht) een gebouw of een stuk land als eigendom behandeld. Vaak werd het gekraakte land later op een of andere wijze gelegaliseerd, net als bij ons toen ‘kraken’ nog mocht. Als goede zakenman liet Boyd het beheer van zijn bedrijven over aan zetbazen.

Omdat zijn tomeloze ambitie met landbouw en veeteelt niet bevredigd was, stortte hij zich ook op de walvisvaart. De walvisvaart werd bij Twofold Bay al langere tijd bedreven door verschillende elkaar beconcurrerende families. Zo gauw er een walvis werd gezien, roeiden de whalers zo hard als ze konden naar de walvis toe en wie als eerste zijn harpoen in het beest vast had zitten, was de winnaar en mocht het beest doden en slachten. Als de harpoen los raakte, mocht er weer vrij op de walvis worden gejaagd, totdat iemand de walvis weer vast had aan een harpoen. Al snel had Boyd negen walvisboten voor zich varen. Omdat degene, die de walvis het eerste zag de meeste kans had om als eerste bij het beest te zijn, liet Boyd op een hoog punt aan de kust een toren bouwen van 29 meter hoog. De zandsteen blokken waarmee de toren is gebouwd werden ‘ingevlogen’ vanuit Sydney, een buitengewoon kostbare onderneming. De toren staat er nog steeds, oerdegelijk en vrijwel ongeschonden. De toren is nu het centrale punt van het Ben Boyds National Park en kan tegen betaling van 7 dollar National Park Fee worden bezocht. 

Ben Boyd's uitkijktoren

De onstuimige zee aan de voet van Ben Boyd's uitkijktoren


Tegen 1850 werd duidelijk, dat Boyd zijn hand had overspeeld en ging zijn imperium failliet. Boyd vluchtte naar Amerika om zijn geluk te beproeven in de goudvelden van Californie. In 1851 kwam hij niet terug van een jachtpartij, ‘vermoedelijk vermoord’…

Het Killer Whale Museum gaat vooral over de walvisvaart rond Twofold Bay en is aardiger dan de wat sensationele naam doet vermoeden. In dit museum leerden we, dat de killer whales (orca’s) een belangrijke rol speelden bij de jacht op walvissen. De beroemdste killer whale is ‘Old Tom’, overleden in 1930, en zijn skelet kun je bewonderen in het museum. De killer whales dreven de walvissen naar de kust, waar ze deskundig door de mensen werden gedood. Die gevaarlijke klus hoefden de killer whales dus niet zelf te klaren en dat vonden ze wel plezierig. Omdat de mensen alleen geïnteresseerd waren in de ‘blubber’ -het vet van de walvis- lieten ze na het doden van de walvis het karkas een tijdje over aan de killer whales, die tong en lippen van de walvis als lekkernij opaten. Iedereen blij, wat wil je nog meer. 

Zonnende salamander


Omdat het weer slecht blijft, gaan we naar ‘The Club’. ‘The Club’ is een begrip in Australië. Feitelijk is ‘The Club’ ontstaan uit de rigide Engelse wetgeving rond alcohol en gokken. In een besloten club mag veel meer dan in een openbare gelegenheid, dus begin je een club, logisch. Zo is er de RSL Club (RSL staat voor Returned Soldiers League), de Country Club, de Fishermans Club, de Golf Club, et cetera… Wij bezoeken de Fishermans Club van Eden. Bij binnenkomst wordt je ter plekke lid van de club door een briefje in te vullen met daarop je naam, adres en handtekening. Dan ga je naar de ‘dining room’. In de ‘dining room’ krijg je een hele fraaie maaltijd voorgeschoteld voor een heel schappelijke prijs en aan de bar kun je een pint bier bestellen, of wat anders, om het eten weg te spoelen. Wij kozen voor een lasagna, een frittatta (omelet met groenten) en twee pinten bier, samen voor 32 dollar. In Australië een koopje, en echt eerlijk eten en ruim genoeg. Een fantastisch uitzicht over Twolfold Bay, want ‘The Club’ kan wel een A1 locatie betalen. Uiteraard niet van het goedkope eten, het eten is alleen het excuus om de club binnen te gaan. Waar het bij ‘The Club’ echt om gaat zijn de ‘pokies’! Dat zijn de zalen vol gokmachines, waar je na het eten een uurtje lekker gaat zitten gokken. Wat je voor het eten te weinig betaalde, dat stort je in de eenarmige bandieten. En omdat jouw machine net op het punt staat om de bonus te gaan uitbetalen, stort je nog maar wat extra, en extra… Iedereen blij, net als bij de killer whales…

Diner in The Club

En daarna aan de 'pokies'. Nee, niks gewonnen...


Goed, zonder gekkigheid. Ga in Australië zeker eens naar een club. Het zijn de beste plekken om goed te eten en wat gezelligheid te genieten. Gokken is niet verplicht, er zit niemand achter je aan om je aan te sporen. En de hele zaak hangt vol met adressen waar je naar toe kunt als je iets te vaak hier komt en misschien gokverslaafd bent, dus wat kan er mis gaan.

Zat van het slechte herfstweer rijden we op 28 februari 100 kilometer naar het noorden, naar Narooma, alweer zo’n fantastische baai. We claimen de meest prominente plek op het Big 4 caravan park van Narooma. A1 locatie, ‘pristine’, zou ik zeggen! Helemaal vooraan aan de lagune, met pelikanen, parkieten en papegaaien en zeemeeuwen (uiteraard) op het land en roggen en zeeleeuwen in het water, echt ongelogen! Zo’n plekje mag wat kosten natuurlijk, in dit geval 42 dollar per nacht. En vandaag is de zon weer gaan schijnen, de wereld is weer in orde. 

We rijden de toeristische kustweg van Eden naar Narooma. De hele dag grijs... maar overigens een prachtige route.

Voor de lunch rijden we een van de vele National Parks in. Dit soort weggetjes ontsluiten de fraaiste baaien. In tegenstelling tot West Australië komen we hier overal mensen tegen. Kamperen mag en kost 20 dollar per nacht met twee personen.

Mimosa Bay, genoemd naar het schip Mimosa, dat hier op de rotsen haar einde vond...


Als het waar is, dat we na onze dood in het paradijs komen, dan mag het paradijs gerust een beetje op dit hoekje van Australië lijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten