zaterdag 15 februari 2014

De Chinezen van Ararat


De Chinezen van Ararat

De toeristische kaart Great Southern Touring Route beschrijft alle trekpleisters tussen Adelaide en Melbourne, in totaal 24 dingen ‘die je gezien moet hebben’. Ararat (200 kilometer west van Melbourne) heeft niets dat de moeite van het bekijken waard is, het heeft precies nul vermeldingen op de kaart. Een betere reden om er naar toe te gaan is nauwelijks denkbaar. Na een kort bezoek aan de Tourist Information van Ararat, weten we dat we raak geschoten hebben. Ararat is gesticht door Chinese immigranten. Daar hoor je nooit iets over, over de Chinezen bedoel ik. Net als bij ons. Marokkanen, Turken, Surinamers, allemaal hebben ze naam en faam, maar Chinezen? Ze zijn rustig, vallen niet op, doen hun werk, leven niet van de bijstand en als ze een probleem hebben, dan lossen ze het onderling op. Zo zijn Chinezen, niet alleen in Nederland.

Al snel na de aankomst van de eerste settlers werd er goud gevonden op een aantal plaatsen in Zuidelijk Australië. ‘Goud’ was een toverwoord, van overal over de wereld kwamen gelukszoekers af op het gerucht dat er ergens goud was gevonden. De overheid verkocht ‘claims’ (doen ze trouwens nog steeds) aan iedereen die goud wilde delven. Een claim geeft het recht om op een aangewezen stukje grond goud te delven. Wie het eerste komt, het eerste maalt. Kortom: Wie de claim als eerste registreert en de belasting heeft betaald, heeft met uitsluiting van ieder ander het recht om dat stukje grond te bewerken. In dit systeem wint de staat altijd. Die krijgt geld, ook als er uiteindelijk niets of maar heel weinig op de geregistreerde claim wordt gevonden. De gouddelvers moeten maar afwachten of het uit kan of niet. Dat het voor de staat uit kon, is gemakkelijk te bewijzen. Aan het begin van de goldrush in Coolgardie (West Australië) omstreeks 1892 was het ‘kantoor’ van de Mining Registrar een tent, zes jaar later stond er het gebouw hieronder op de foto!

Het kantoor van de Mining Registrar van Coolgardie anno 2014. Het staat er sinds 1898, zes jaar na de eerste vondst van goud.


Terug naar de Chinezen van Ararat. De goldrush van Victoria begon 40 jaar eerder dan die van West Australië, rond 1850, en het gerucht over rijkdom die voor het oprapen lag, bereikte ook China. De boerenbevolking daar was straatarm, en de mogelijkheid om uit de armoede te geraken vrijwel nihil. Slimme Chinezen met geld financierden de overtocht van arme boeren naar Australië om daar goud te delven, onder de voorwaarde dat de opbrengst van het eerste jaar voor de financier was. Duizenden Chinezen vertrokken naar Australië, zoveel dat er onrust ontstond onder de blanke Christelijke bevolking van Australië. De regering van Victoria vaardigde in reactie daarop een wet uit, die alle scheepskapiteins die Chinezen in Victoria aan land brachten verplichtte 10 pond belasting per Chinees te betalen. Maar het volk is meestal slimmer dan de staat (nog steeds, gelukkig), dus zetten de scheepskapiteins de Chinezen niet meer in Victoria aan land, maar in Robe in Zuid Australië, net over de grens. Chinezen die te voet de grens tussen Zuid Australië en Victoria passeerden, hoefden geen belasting te betalen, dat was de wetgever vergeten te regelen. Er was een klein ‘maartje’: Tussen Robe in Zuid Australië en de goldfields van Victoria zitten 500 kilometer. De Chinezen hadden geen geld, dus wandelden ze dat hele stuk, 30 kilometer per dag en alle bezittingen op de rug.

In 1853 komt een groep van ongeveer 200 Chinezen door Ararat en slaat het kamp op bij wat nu heet de Canton Lead. Een Chinees, die even niets te doen heeft, woelt met zijn voet door de bedding van de kreek en raapt een nugget op… en nog een… en nog een. Al snel is het duidelijk: De Chinezen hebben een veld vol alluviaal goud gevonden! Ze houden de vondst zo goed mogelijk geheim, maar na enige tijd moeten ze eten en grondstoffen kopen en ze hebben geen andere middelen om te betalen dan het gevonden goud. Ze deponeren de claim bij de Mining Registrar, en betalen met goud! Dan is de vondst publiek en gaat het razendsnel. Goudzoekers komen van heinde en ver. Dankzij de goldrush groeit Ararat uit tot een welvarende stad. De sporen daarvan in de vorm van fraaie gebouwen zie je nog door de hele stad.

Er ontstaan racistische onrusten, waarbij blanke goudzoekers proberen de Chinezen van hun claims te verdrijven. Een van de argumenten: Het land Australië  is van de Koningin van Engeland en het gevonden goud is dus van haar en niet van de Keizer van China… Een ander belangrijk argument: De Chinezen zijn niet Christelijk… De overheid reageert met racistische wetgeving, die blanke Britse immigranten bevoordeelt en alle anderen het leven zuur, zo niet onmogelijk, maakt. Pas in 1973 is officieel een einde gemaakt aan de ‘White Australia Policy’.

Het museum Gum San vertelt het verhaal van de Chinezen in Ararat in fraaie displays. Ga er heen als je in de buurt van Ararat bent. In totaal zijn er tussen 1850 en 1890 62.990 Chinezen in Victoria aangekomen. Volgens de officiële statistieken zijn er 48.000 weer vertrokken, sommigen rijk en welvarend, anderen net rijk genoeg om de terugtocht te kunnen betalen…

Het dak van het Gum San museum in Ararat, een stukje China in Australië.




1 opmerking:

  1. In het kader van 'even lekker langzaam wakker worden' weer eens je blog zitten lezen George. Had inmiddels een behoorlijke achterstand opgelopen dus het 'lekker langzaam wakker worden' is daardoor goed gelukt. Blijft heerlijk om jullie belevenissen via jouw schrijfkunst te volgen en te genieten van je fraaie fotografie. Zou hierdoor zo naar Australië willen. Dank je wel en tot een volgende keer. Groet, Cockie

    BeantwoordenVerwijderen