Van Southern Cross naar Jaurdi Station
9 december tot en
met 11 december 2013
We zijn toe aan
een paar nachtjes bush, na vier nachten caravanpark in Southern Cross. We
verlaten de wheatbelt en rijden de Great Western Woodlands binnen, een
aaneengesloten groenzone zo groot als Engeland.
De Great Eastern Highway tussen Southern Cross en Koolgardie. The Great Western Woodlands links en rechts (Australiërs houden van 'great'). |
Verborgen in het groen liggen
goudmijnen, want we naderen de Goldfields, met Kalgoorlie als hoofdstad. Naar
Jaurdi Station is ongeveer 150 kilometer, 99 kilometer over de
Great Eastern Highway richting Kalgoorlie en dan nog 50 kilometer over een
gravel road naar het noorden. Jaurdi Station is een voormalige schapenfarm, maar intussen
opgekocht door de staat en verandert in een National Park met
kampeermogelijkheid.
De mining road naar het noorden. |
Een tankwagen chauffeur wijst ons de weg naar Jaurdi Station. |
Na 99 kilometer inderdaad
een afslag naar links. ‘Mijngebied! Niet betreden zonder toestemming’ staat er
op een groot bord. We vragen een wegwerker die daar geparkeerd staat. ‘Ja, dit
is de weg naar Jaurdi Station, vlak voor het spoor linksaf’. Geen woord over
verboden in te rijden of permits, dus geven we maar gas. We kunnen soepel 80
rijden, zo goed is de weg. Opmerkelijk weinig stof, later merken we waarom.
Vlak voor het spoor gaan we linksaf, over een onderhoudsweg van de spoorwegen.
Ook al verboden en niet betreden zonder permit, maar dat negeren we maar. We
vinden Jaurdi Station niet en rijden terug naar de weg. We steken het spoor
over en daar komt ons een grote tankwagen tegemoet die water over de weg
sproeit tegen het stof. De bestuurder stopt en wenkt ons. Gedonder in de
glazen, denken wij, verboden mijngebied. Maar niets van dat, we maken een
vriendelijk babbeltje en de chauffeur verzekert ons, dat we voor Jaurdi Station
langs het spoor moeten rijden. Maar ook bij een tweede poging vinden we niets,
en omdat het intussen al namiddag is, zoeken we een plekje om te overnachten.
Op goed 75 meter
van het spoor richten we een bushcamp in. Marianne maakt een lekker bushdiner
en we genieten van de stilte en het weidse uitzicht. Glaasje koud bier er bij…
Dan een dof gerommel dat langzaam aanzwelt. Een trein! Marianne telt de wagons:
155, allemaal vol met erts! De rust keert weer en we gaan tevreden met de
kippen op stok. Dof gerommel in de verte… Als we de volgend ochtend opstaan
kunnen we zeggen dat er elke twee uur een trein over dit spoor rijdt, en dat de
treinen met 155 wagons de kleine treinen zijn! Als beloning wel een prachtige
sterrenhemel, met Milky Way en alle toeters en bellen die je in Europa al lang
niet meer kunt zien door de grove overbelichting van de nachtelijke wereld.
Een ertstrein links... |
De zelfde ertstrein rechts... Ja ze zijn heel lang. |
Ons bushcamp langs het spoor. Er passeert toevallig weer eens een trein. |
Hier kunnen we
niet blijven, is wel duidelijk, en we breken op voor Kalgoorlie. Maar op de
gravel road terug naar de Great Eastern Highway zien we na een kilometer of 30
plotseling tussen het groen een National Park bordje. Dat blijkt het gezochte begin
te zijn van de Ryans Find Road naar Jaurdi Station! ‘Alleen voor 4x4 en
gesloten bij regen’. Het regent niet, dus we gaan het proberen. De Ryans Find
Road is gemaakt om brandweerauto’s bij brand een snelle toegang tot het gebied
te geven, in de hoop dat ze nog wat kunnen blussen. Tussen 28 december 2007 en
8 januari 2008 brandde er bij Boorabinn -hier vlakbij- 36.634 hectare bos
af door een onvoorzichtigheidje op een parkeerterrein langs de Great Eastern
Highway, met al meest dramatische gevolg de dood van drie truckers, Lewis
Bedfort, Trevor Murley en Robert Taylor. We moeten allemaal een keer over de
drempel, maar dit is toch wel een heel verschrikkelijke manier om de overstap
te maken.
De Ryans Find 4x4 drive, goed te rijden. |
De Ryans Find
Road is een auto breed en goed onderhouden. Hier en daar wat rul zand, maar in
de 4x4 rollen we er moeiteloos doorheen. Na 34 kilometer staan we
weer aan het spoor! Maar er is een overgang en ongeveer een kilometer over het
spoor vinden we Jaurdi Station, in ieder geval wat er van over is. Het woonhuis
is gesloopt, maar de DEC (het Department of Environment en Conservation,
verantwoordelijk voor de Nationale Parken van West Australië) heeft wat
bijgebouwen laten staan, een gebouw met een keuken, een houtgestookte douche en
potkachel (een pott belly stove), een huisje met drie slaapkamers met daarin
bedden en matrassen en een hele grote lege shed. Er is regenwater in een grote
(20.000 liter!)
regenton. Je kunt hier dus ook zonder caravan of tent verblijven, als je dat
wilt. Wel tevoren reserveren, deelt het DEC mee, maar ik betwijfel of veel mensen
dat doen. Wij in ieder geval niet, want er is geen telefoon dekking en dus ook
niets te bellen. Het geheel wordt door de bezoekers zelf onderhouden en het DEC
komt af en toe eens kijken. Het ziet er allemaal netjes uit. Volgens het
gastenboek was de laatste bezoeker hier op 13 oktober 2013, een maand geleden
dus, en het DEC was er voor het laatst ergens in september… Nee, druk wordt het
hier niet, maar Jaurdi Station ligt dan ook 50 kilometer van de
doorgaande weg af, dus je moet wel heel zeker weten dat je hier naar toe wilt,
anders kom je er niet.
Ons camp op Jaurdi Station naast de shed. |
Jaurdi Station heeft prachtige alleenstaande bomen |
We wandelen wat
over het terrein en genieten van het uitzicht vanaf de heuvel met de watertank.
We verwachten dartelende kangoeroes en talloze vogels, maar kangoeroes zien we
helemaal niet en de vogels blijven op grote afstand. Op een camping zie je meer
‘wildlife’ dan hier in de wildernis, valt ons op. De verklaring is natuurlijk
simpel: Op een camping is het ‘wildlife’ aan de omgang met mensen gewend, maar
hier zijn ze gewoon echt ‘wild’, en een beetje bang van mensen. We zien heel
ver weg twee emu’s, maar zo gauw ze ons in de gaten hebben, gaan ze er als een
speer vandoor… We zetten ons kamp op naast de shed en doen wat een modern mens
in de wildernis doet: Bier drinken, wat eten, een stukje schrijven… Weer een
fraaie sterrennacht. We horen nog steeds treinen, maar ze zijn nu zover weg,
dat het niet meer stoort. Ontsnappen aan de ‘beschaving’ is niet gemakkelijk!
De volgend ochtend
rijden we via dezefde Ryans Find 4x4 Road terug naar de Great Eastern Highway (50 kilometer) en dan
door naar Kalgoorlie (120
kilometer), de grootste goudstad van Australië. We zijn
toe aan wat reflectie en rust. Dat krijg je na een tijd reizen. Er zijn
meerdere caravan parks met zwembad in Kalgoorlie, en daar willen we een weekje
blijven. Volgens het weerbericht is er een hittegolf op komst met 41 graden als
maximum volgende week dinsdag…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten